Site Language: EN
zelfverzekerdIch bin zuversichtlich, dass ich die Prüfung bestehe.
Ik ben ervan overtuigd dat ik zal slagen voor het examen.Optimistisch und überzeugt, dass etwas gut ausgeht.
Ich bin zuversichtlich, dass wir das Projekt rechtzeitig abschließen.
Ik ben ervan overtuigd dat we het project op tijd zullen afronden.Sie bleibt zuversichtlich, trotz der Schwierigkeiten.
Ze blijft zelfverzekerd, ondanks de moeilijkheden.Er ist zuversichtlich, dass das Wetter morgen schön wird.
Hij is ervan overtuigd dat het morgen mooi weer wordt.zuversichtlich sein
zelfverzekerd zijnzuversichtlich in die Zukunft blicken
vol vertrouwen naar de toekomst kijkenzuversichtlich auftreten
zelfverzekerd optredenoptimistisch
hoffnungsvoll
vertrauensvoll
vol vertrouwenSie spricht zuversichtlich über ihre Pläne.
Ze spreekt vol vertrouwen over haar plannen.In einer zuversichtlichen Weise; optimistisch.
Er geht zuversichtlich in das Vorstellungsgespräch.
Hij gaat vol vertrouwen naar het sollicitatiegesprek.Wir werden das Problem zuversichtlich lösen.
We zullen dit probleem vol vertrouwen oplossen.Sie plant zuversichtlich ihre Reise.
Ze plant haar reis vol vertrouwen.zuversichtlich auftreten
zelfverzekerd optredenzuversichtlich bleiben
vol vertrouwen blijvenzuversichtlich sprechen
vol vertrouwen sprekenoptimistisch
hoffnungsvoll
vertrauensvoll