Site Language: EN
opschietenIch muss mich beeilen, sonst komme ich zu spät.
Ik moet opschieten, anders kom ik te laat.Schnell handeln oder sich bewegen, um rechtzeitig zu sein.
Ich muss mich beeilen, um den Bus zu erwischen.
Ik moet opschieten om de bus te halen.Wir sollten uns beeilen, bevor es dunkel wird.
We moeten opschieten voordat het donker wordt.Er hat sich beeilt, um rechtzeitig zur Arbeit zu kommen.
Hij heeft zich gehaast om op tijd op het werk te komen.sich schnell beeilen
snel opschietensich immer beeilen
altijd opschietensich oft beeilen
vaak opschieteneilen
schnell sein
sich sputen
