Site Language: EN
daardoorEs regnete, dadurch blieben wir zu Hause.
Het regende, daardoor bleven we thuis.Es verbindet zwei Sätze und zeigt einen Grund oder eine Folge an.
Es war kalt, dadurch trugen wir Jacken.
Het was koud, daardoor droegen we jassen.Er hat viel gelernt, dadurch bestand er die Prüfung.
Hij heeft veel geleerd, daardoor is hij geslaagd voor het examen.Sie kam spät, dadurch verpasste sie den Anfang.
Ze kwam laat, daardoor miste ze het begin.dadurch entstehen Probleme
daardoor ontstaan problemendadurch wird es einfacher
daardoor wordt het makkelijkerdadurch kann man lernen
daardoor kan men lerendeshalb
darum
aus diesem Grund
daardoorEr hat viel gelernt, dadurch hat er die Prüfung bestanden.
Hij heeft veel geleerd, daardoor is hij geslaagd voor het examen.Es zeigt an, dass etwas durch eine bestimmte Handlung oder Situation geschieht.
Sie hat hart gearbeitet, dadurch hat sie den Job bekommen.
Ze heeft hard gewerkt, daardoor heeft ze de baan gekregen.Es regnete, dadurch blieben wir zu Hause.
Het regende, daardoor bleven we thuis.Er hat die Anleitung gelesen, dadurch konnte er das Problem lösen.
Hij heeft de handleiding gelezen, daardoor kon hij het probleem oplossen.dadurch entsteht
daardoor ontstaatdadurch wird klar
daardoor wordt duidelijkdadurch verbessert sich
daardoor verbetertso
deshalb
darum